- overeenkomen
- {{overeenkomen}}{{/term}}I 〈onovergankelijk werkwoord〉1 [+ met][gelijk zijn; overeenstemmen] correspondre(à)2 [+ met][samengaan] s'accorder (avec)♦voorbeelden:¶ 〈Algemeen Zuid-Nederlands〉 goed overeenkomen met iemand • s'entendre avec qn.〈Algemeen Zuid-Nederlands〉 slecht overeenkomen met iemand • s'entendre (très) mal avec qn.II 〈overgankelijk werkwoord〉1 [het eens worden] tomber d'accord (sur <+ zelfstandig naamwoord>, pour <+ onbepaalde wijs>)2 [afspreken] convenir (de)♦voorbeelden:2 er werd overeengekomen dat … • il a été convenu que …
Deens-Russisch woordenboek. 2015.